Per 1 augustus wordt de Wet Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden van kracht. Werknemers krijgen met deze wetswijziging meer bescherming in de arbeidsvoorwaarden.
Oproepkrachten
In deze wet is een wijziging voor oproepkrachten verwerkt.
Oproepkrachten kunnen alleen nog opgeroepen worden op vooraf vastgelegde dagen en uren (referentiedagen/uren). Als de oproep (te) kort voorafgaand aan de arbeid is gedaan of buiten deze dagen en uren, dan mogen zij de oproep weigeren. In de meeste gevallen geldt dat het verzoek minimaal 4 dagen van tevoren moet zijn gedaan.
Een oproepkracht met een onvoorspelbaar werkpatroon, kan per 1 augustus een verzoek indienen voor arbeid met vastgestelde uren en dagen. De oproepkracht moet hiervoor wel minimaal 26 weken in dienst zijn. Daarnaast moet het bij de werkgever ook mogelijk zijn om dit aan te bieden. De werkgever mag dit verzoek afwijzen, wat schriftelijk gemotiveerd moet worden. De goed- of afkeuring moet uiterlijk één maand na het verzoek worden gedaan. Als dit niet binnen één maand gebeurt, dan is het verzoek van de werknemer toegewezen.
De oproepkrachten moeten beter geïnformeerd worden over (schriftelijk of elektronisch):
- de variabele arbeidstijden;
- het aantal gewaarborgde uren;
- het loon voor werk boven de gewaarborgde uren (overwerk of toeslag vergoeding);
- de oproeptermijn en de vastgelegde dagen en uren waarop de oproepkrachten kunnen worden verplicht de arbeid te verrichten.
Er zal goed gekeken moeten worden en nagedacht hoe dit in de organisatie toegepast gaat worden.
Nevenwerkzaamheden
Vanaf 1 augustus mag je in de arbeidsovereenkomsten alleen nog het beding voor nevenactiviteiten opnemen als je een goede reden hebt om de werknemer dit te verbieden. Denk bijvoorbeeld aan de Arbeidstijdenwet, vermijden van belangenconflicten of vertrouwelijkheid bedrijfsinformatie.
Is er geen goede reden om dit beding op te nemen, dan moet je dit achterwege laten.
Uitbreiding informatieplicht
Werknemers moeten goed en volledig worden geïnformeerd. Denk hierbij aan:
- de plaats(en) van de arbeid;
- de geldende vakantie- en verlofregelingen (bijvoorbeeld ouderschapsverlof);
- de procedure voor opzegging van het dienstverband voor de werkgever en de werknemer;
- de afzonderlijke bestanddelen van het loon zoals een bonus en de wijze en frequentie van betalen;
- de duur en voorwaarden van een proeftijd;
- en een eventueel recht op scholing.
Studiekostenregeling
De studiekostenregeling kan niet voor elke studie meer gehanteerd worden. Voor opleidingen die wettelijk of vanuit de Cao verplicht zijn is dit beding niet van toepassing. Een beding waarbij de scholing noodzakelijk is, zal bij de rechter nietig worden verklaard.
Het is van belang om de arbeidsovereenkomsten en/of het personeelshandboek hierop aan te passen.