1 februari 2021
Als een werknemer na einde dienstbetrekking nog in een auto van de zaak rijdt, is geen sprake meer van zakelijk gebruik.
Dit is ook zo bij ziekte en loopbaanonderbreking. In de handreiking privégebruik auto lees je wat de gevolgen zijn voor de bijtelling.
In de volgende situaties gebruikt een werknemer de auto van de zaak niet zakelijk:
- bij einde dienstbetrekking;
- bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid;
- bij permanente arbeidsongeschiktheid;
- bij loopbaanonderbreking.
Tel waarde privégebruik bij loon
Heeft de werknemer in deze situaties de auto van de zaak ter beschikking en rijdt hij meer dan 500 kilometer privé? Dan moet je de waarde van het privégebruik bij het loon tellen. Je doet dit op basis van de bijtellingspercentages (bijtellingsregeling). Dit geldt ook als de werknemer de auto alleen nog voor privédoeleinden gebruikt.
Loon in natura
De bijtelling voor de auto van de zaak verwerk je in de aangifte loonheffingen als loon in natura. Het is afhankelijk van de situatie of je de witte of groene tabel moet gebruiken voor de berekening van de loonheffingen.
Witte tabel
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking is sprake van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Je gebruikt de witte tabel. De bijtellingsregeling blijft ook gelden als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. De werknemer heeft de auto dan nog steeds tot zijn beschikking.
Het bedrag van de bijtelling is loon voor de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
Groene tabel
Mag de werknemer een auto privé blijven gebruiken na einde dienstbetrekking of bij permanente arbeidsongeschiktheid? Dan is het bedrag van de bijtelling loon uit vroegere dienstbetrekking. Je gebruikt de groene tabel.
Het bedrag van de bijtelling is loon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Je bent geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.
Excessief privégebruik
Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk meer is dan de bijtelling op basis van het algemene bijtellingspercentage, is sprake van excessief privégebruik van de auto.
Je moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. Als er een korting op het algemene bijtellingspercentage van toepassing is, pas je deze korting toe op de grondslag. De uitkomst daarvan trek je af van de waarde van het privégebruik.
Rekenvoorbeelden vind je in paragraaf 21.3.3 Bijtelling privégebruik auto: percentages en uitgangspunten van het Handboek Loonheffingen.
Geen eindheffingsloon
De bijtelling is altijd loon van de werknemer. Je kunt dit loon dus niet aanwijzen als eindheffingsloon. Er is één uitzondering: het deel van de bijtelling voor buitengewone beveiligingsmaatregelen kun je wel aanwijzen als eindheffingsloon.
Weinig/geen loon in geld
Als je de werknemer weinig of geen loon in geld betaalt, moet je over de bijtelling privégebruik auto toch alle loonheffingen betalen. Je kunt kiezen of je dit wel of niet verhaalt op de werknemer.
Verhalen op werknemer
Je mag de loonbelasting/premie volksverzekeringen (LB/PVV) en de in te houden bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verhalen op de werknemer. Dit geldt niet voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw.
Als de werknemer nog loon ontvangt, kun je dit doen via verrekening in het eerstvolgende loontijdvak.
Niet verhalen
Als je de LB/PVV en bijdrage Zvw niet verhaalt op de werknemer, kunnen zich twee situaties voordoen:
- Je verhaalt dit bedrag in een later loontijdvak. Je geeft de werknemer dan een lening voor dit bedrag tot het moment waarop je de bedragen alsnog verhaalt.
- Als sprake is van rentevoordeel bij deze lening, dan is dit loon voor de werknemer. Je kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon. Je verhaalt dit bedrag niet op de werknemer.
Het bedrag is nettoloon van de werknemer. Dit nettoloon moet je omrekenen naar een brutoloon. Je kunt dit nettoloon ook aanwijzen als eindheffingsloon.